• op·ge·roe·pen
vervoeging van: oproepen…
verbogen vorm: opgeroepene

opgeroepen

  1. voltooid deelwoord van oproepen
     De brand ontstond bij het dorp Bordezac, bijna 100 kilometer ten noorden van Montpellier en de Middellandse Zee. Ongeveer honderd mensen moesten worden geëvacueerd en zijn ondergebracht in vakantiehuisjes en restaurants. Mensen in het zuiden van Frankrijk worden opgeroepen dit weekend voorzichtig te doen, omdat het risico op branden hoog blijft.[1]
     Nu was de jongen net als alle anderen opgeroepen en omdat hij dienstplichtig student was zou het een lange diensttijd worden met een officiersopleiding.[2]
  1.   Weblink bron “Zeer grote bosbrand in Frankrijk onder controle, 650 hectare nog in brand” (09 juli 2022), NU.nl
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142