Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • open·har·tig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord openhartigheid openhartigheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de openhartigheidv

  1. de mate van openhartig zijn
    • Jij moet echt iets aan je openhartigheid doen, hoor. 

Gangbaarheid