ontwenden
- ont·wen·den
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als infinitief, wel als werkwoordsvorm.
ontwenden [1]
vervoeging van |
---|
ontwennen |
ontwenden
- meervoud verleden tijd van ontwennen
- Wij ontwenden.
- Jullie ontwenden.
- Zij ontwenden.
- Wij ontwenden.
- Het woord ontwenden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.