• ont·vang
vervoeging van
ontvangen

ontvang

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvangen
    • Ik ontvang. 
  2. gebiedende wijs van ontvangen
    • Ontvang! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontvangen
    • Ontvang je? 
98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be