ontstond
- Geluid: ontstond (hulp, bestand)
- IPA: / ɔntˈstɔnt / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ɔnt.ˈstɔnt/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɔnt.ˈstɔnt/
- (Limburg): /ɔnt.ˈstɔnd/
- ont·stond
vervoeging van |
---|
ontstaan |
ontstond
- enkelvoud verleden tijd van ontstaan
- Ik ontstond.
- Jij ontstond.
- Hij, zij, het ontstond.
- Ik ontstond.
- ▸ ‘Zwerftochten’ werd dat genoemd, een filosofie binnen de bergsport die ontstond in de jaren zeventig.[1]
- Het woord ontstond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers