Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·slui·e·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontsluieren
ontsluierde
ontsluierd
zwak -d volledig

Werkwoord

ontsluieren

  1. overgankelijk vanuit het verborgene zichtbaar maken
    • Einstein ontsluierde een aantal opmerkelijke aspecten van het heelal. 
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be