ontrommelen
- Geluid: ontrommelen (hulp, bestand)
- ont·rom·me·len
ontrommelen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontrommelen |
ontrommelde |
ontrommeld |
zwak -d | volledig |
- overbodige zaken weghalen, rommel wegruimen
- ▸ ,,Ik merk het niet alleen aan mezelf, maar ook om me heen. Een vriendin zei: ‘het is zo'n rommel in huis, hoe kom ik er doorheen?’ In de zomer zijn we niet zo opruimerig, de binnenboel schiet erbij in. Nu staat de herfstvakantie voor de deur, en dat is voor mij: ontrommelen!”[1]
- Het woord ontrommelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Terence Garnier“Cola, bier, laurierbladeren en een viltstift in de aanslag: zo maak je je huis herfstklaar” (19-10-2022), Tubantia