ontroming
- ont·ro·ming
naamwoord van handeling van ontromen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontroming | ontromingen |
verkleinwoord |
de ontroming v
- het verwijderen van de room van de melk
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontroming" herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be