ontgrenzende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·gren·zen·de
Werkwoord
vervoeging van: | ontgrenzen |
ontgrenzende
- verbogen vorm van ontgrenzend, het onvoltooid deelwoord van ontgrenzen
vervoeging van: | ontgrenzen |
verbogen vorm: | ontgrenzendee |
ontgrenzende