ontevredene
- Geluid: ontevredene (hulp, bestand)
- on·te·vre·de·ne
- afleiding van ontevreden met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontevredene | ontevredenen |
verkleinwoord |
- iemand die op- en aanmerkingen maakt omdat hij iets niet goed genoeg vindt
- ▸ Menige ontevredene op het plein haalt Poesjkin aan, die schreef dat elk oproer in Rusland altijd 'zinloos en meedogenloos'is.[1]
- ▸ Van de ontevredenen heeft bijna 60 procent dat aan de orde gesteld. „De rest heeft niets gedaan met de onvrede, bijvoorbeeld omdat ze de zorgverlener later nog nodig hadden. Ruim een kwart die niets deed geeft aan dat klagen toch geen zin heeft.”[2]
- ▸ De betoging was een „vergaarbak van ontevredenen”, zo schreef de Neue Zürcher Zeitung. Onder de deelnemers zaten zogeheten antivaxxers, die in corona een complot zien van de farmaceutische industrie, en evenzeer mensen die in de beperkende maatregelen een schending van hun grondrechten zien.[3]
- Het woord ontevredene staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact , ISBN 9789045024875
- ↑ Weblink bron “Veel ontevredenheid over verwerking zorgklacht” (5 november 2019), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “Wie voor een goed coronabeleid is, moet niet met extreemrechts gaan demonstreren” (2 september 2020), Reformatorisch Dagblad