Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·do·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ontduiken

ontdoken

  1. meervoud verleden tijd van ontduiken
    • Wij ontdoken. 
    • Jullie ontdoken. 
    • Zij ontdoken. 
  2. voltooid deelwoord van ontduiken