Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·be·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ontbijten

ontbeten

  1. meervoud verleden tijd van ontbijten
    • Wij ontbeten. 
    • Jullie ontbeten. 
    • Zij ontbeten. 
  2. voltooid deelwoord van ontbijten