onovergankelijke

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:
  • attributief:  ónovergankelijke    (hulp, bestand)
  • zelfstandig:  onovergánkelijke    (hulp, bestand)
• IPA:
  • attributief: /ˈɔnovərˌɣɑŋkələkə/ (bijv: Dit is de ónovergankelijke betekenis.)
  • zelfstandig: /ˌɔnovərˈɣɑŋkələkə/ (bijv: De betekenis is hier een onovergánkelijke.)

Woordafbreking

• on·over·gan·ke·lij·ke

Woordherkomst en -opbouw

• onovergankelijk met de uitgang -e

Bijvoeglijk naamwoord

onovergankelijke

1. verbogen vorm van de stellende trap van onovergankelijk

Gangbaarheid

• Het woord onovergankelijke staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.