ongehuwds
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·ge·huwds
Woordherkomst en -opbouw
- ongehuwd met de uitgang -s
Bijvoeglijk naamwoord
ongehuwds
- partitief van de stellende trap van ongehuwd
Gangbaarheid
- Het woord ongehuwds staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.