• on·der·kro·pen
vervoeging van
onderkruipen

onderkropen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van onderkruipen
    • ...dat wij onderkropen. 
    • ...dat jullie onderkropen. 
    • ...dat zij onderkropen. 
vervoeging van
onderkruipen

onderkropen

  1. meervoud verleden tijd van onderkruipen
    • Wij onderkropen. 
    • Jullie onderkropen. 
    • Zij onderkropen. 
  2. voltooid deelwoord van onderkruipen