onbepaald zelfstandig naamwoord
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·be·paald zelf·stan·dig naam·woord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onbepaald zelfstandig naamwoord | onbepaalde zelfstandige naamwoorden |
verkleinwoord | onbepaald zelfstandig naamwoordje | onbepaalde zelfstandige naamwoordjes |
Zelfstandig naamwoord
onbepaald zelfstandig naamwoord o
- (grammatica) een zelfstandig naamwoord dat niet naar een specifieke zaak verwijst.
- In de zin "De jongen heeft een fiets." is fiets een onbepaald zelfstandig naamwoord en verwijst niet naar een specifieke fiets. Het woord fiets wordt dan voorafgegaan door een onbepaald lidwoord.
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'onbepaald zelfstandig naamwoord' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.