Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·aan·ge·kle·der
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

onaangekleder

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van onaangekleed
     En dat heeft mij er toe gebracht de ruimtes die ik ontwerp voor de acteurs nog veel meer een gehalte te geven van een repetitielokaal. Onaangekleder, ruwer, minder [...] filters die je door moet als publiek.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Jan Versweyveld geciteerd door Vera Hoogstad
    “Ruimte voor gelijkheid. Een onderzoek naar het belang van de ruimte van het theater voor de emancipatie van de toeschouwer zoals beschreven door Jacques Rancière.”, masterscriptie (2015), Universiteit van Amsterdam, p. 40