omspellen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·spel·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van om en spellen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omspellen |
spelde om |
omgespeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
omspellen
- overgankelijk omzetten naar een andere spelling
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord omspellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omspellen" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
50 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be