omkropen
- om·kro·pen
- vervoeging van omkruipen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ui-oo (IPAː /ʌʏ/ - /oː/)
vervoeging van |
---|
omkruipen |
omkropen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van omkruipen
- ...dat wij omkropen.
- ...dat jullie omkropen.
- ...dat zij omkropen.
- ...dat wij omkropen.
vervoeging van |
---|
omkruipen |
omkropen
- meervoud verleden tijd van omkruipen
- Wij omkropen.
- Jullie omkropen.
- Zij omkropen.
- Wij omkropen.
- voltooid deelwoord van omkruipen
- Het woord 'omkropen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.