okt.
Niet te verwarren met: okt, økt |
- okt.
- (verkorting) van het Nederlandse zelfstandige naamwoord oktober
de okt. m
- (afkorting) tiende kalendermaand, oktober
- «De vergadering is 17 okt. 2011»
- De datum van de vergadering is 17 oktober 2011
- «De vergadering is 17 okt. 2011»
- Echte afkortingen worden als regel met een punt geschreven, maar in opsommingen waar uit de context al duidelijk is dat het om de naam van een maand gaat is het gebruikelijk om de punt weg te laten: okt [1].
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Afkortingen van de namen van de maanden op website: taaladvies.net; geraadpleegd 2016-10-25
- Het woord okt. staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- okt.
- Afkorting van het Noorse zelfstandige naamwoord oktober.
okt.
- (afkorting), (verkorting) okt
- «27. okt. 2011»
- 27 okt 2011 (27 oktober 2011)
- «27. okt. 2011»
- okt.
- Afkorting van het Noorse zelfstandige naamwoord oktober.
okt.
- (afkorting), (verkorting) okt