occur
- Geluid: occur (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /əˈkɝ/
- via Middelfrans occurrer van Latijn occurrere "tegemoetkomen; ontmoeten; tegengaan"
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to occur |
he/she/it | occurs |
verleden tijd | occurred |
voltooid deelwoord |
occurred |
onvoltooid deelwoord |
occurring |
gebiedende wijs | occur |
occur
- In onderzoek van 2014-2018 door het Centrum voor Leesonderzoek werd "occur" herkend door:
99 % | van de Amerikanen; |
100 % | van de Britten.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be