nummertje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  nummertje    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈnʏmərcə / (3 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /ˈnʏmərcjə/
  • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈnʏmərtjə/

Woordafbreking

• num·mer·tje

Zelfstandig naamwoord

het nummertje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord nummer

Gangbaarheid

• Het woord nummertje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nummertje" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.