nummert af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: nummert af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- num·mert af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afnummeren |
nummert (...) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afnummeren
- Jij nummert af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afnummeren
- Hij nummert af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afnummeren
- Nummert af!
Gangbaarheid
- Het woord nummert af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.