numeroteur
- Geluid: numeroteur (hulp, bestand)
- nu·me·ro·teur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | numeroteur | numeroteurs |
verkleinwoord | numeroteurtje | numeroteurtjes |
de numeroteur m
- een stempelapparaat dat automatisch doornummert
- Hij liet de numeroteur op de grond vallen, waardoor deze stuk was.
- Bij de strippenkaart gebruikte men een soort numeroteur
- Het woord numeroteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.