Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • not·vis·ke·re
Woordherkomst en -opbouw
  • Noorse zelfstandignaamwoordsvorm met het achtervoegsel -er
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

notfiskere

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van notfisker