Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • non-food·sec·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord non-foodsector non-foodsectors
non-foodsectoren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de non-foodsectorm

  1. de bedrijfstak van alle leveranciers van producten en diensten op het gebied van detailhandel, uitgezonderd de winkels die voedsel verkopen
    • De non-foodsector verkoopt kleding, schoenen, elektrische apparaten, huishoudelijke producten, boeken en tal van meer. 
Antoniemen