noegen
- noe·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
noegen |
noegde |
genoegd |
zwak -d | volledig |
noegen [2]
- (verouderd) tevreden zijn met iets
- Het woord 'noegen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.