nikkelen
- nik·ke·len
stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen | nikkelen |
nikkelen
- van nikkel vervaardigd
- Hij kocht een nikkelen dekseldoos met gegraveerd wapendecor.
- Het woord nikkelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nikkelen" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be