nijpende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nij·pen·de
Bijvoeglijk naamwoord
nijpende
- verbogen vorm van de stellende trap van nijpend
Werkwoord
vervoeging van: | nijpen |
nijpende
- verbogen vorm van nijpend, het onvoltooid deelwoord van nijpen
nijpende
vervoeging van: | nijpen |
verbogen vorm: | nijpendee |
nijpende