• nij·dig·aard
enkelvoud meervoud
naamwoord nijdigaard nijdigaards
verkleinwoord

de nijdigaardm

  1. een jaloers persoon
    • Het Mattheuseffect werd dan ook terecht een begrip binnen en buiten de sociale wetenschappen. Bij zijn emeritaat verwees Herman Deleeck met trots naar de term die intussen werd ,,opgenomen in de Grote Winkler Prins (met vermelding van mijn naam) en in de nieuwe Van Dale (zonder). Bij dezelfde gelegenheid legde hij nog eens in detail uit hoe hij bij de term was gekomen en wie hem nog allemaal gebruikt had. En dit ,,ten gerieve van enkele nijdigaards die beweren dat niet Deleeck maar Merton het Mattheuseffect heeft uitgevonden. [2] 
32 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Standaard 09 NOVEMBER 2002 Patrick Janssens Een man, een leer, een school
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be