Esperanto

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van nevo ("neef") met het achtervoegsel -ino ("vrouwelijk")
  enkelvoud meervoud
nominatief   nevino     nevinoj  
accusatief   nevinon     nevinojn  

Zelfstandig naamwoord

nevino

  1. (familie) nicht (een dochter van iemands broer of zus)


Ido

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van nevo ("neef"/"nicht") met het achtervoegsel -ino ("vrouwelijk")

Zelfstandig naamwoord

nevino

  1. (familie) nicht (een dochter van iemands broer of zus)