Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • net·flixi·se·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord netflixisering
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de netflixiseringv / m

  1. metafoor van mensen die in een eilandjescultuur zelf groepjes vormen rond eigen interesses

Gangbaarheid