needlespiken
- nee·dle·spi·ken
- uit het Engels
needlespiken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
needlespiken |
needlespikete |
geneedlespiket |
zwak -t | volledig |
- stiekem iemand een verdovend middel inspuiten
- Het woord 'needlespiken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.