Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·tu·ra·lia
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - naturalia
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de naturaliamv

  1. eigenschappen van een rechtshandeling die voortvloeien uit de aard hiervan; ze worden als impliciet bedoeld aangenomen indien er niks anders is bepaald
Verwante begrippen

Gangbaarheid