naait aaneen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- naait aan·een
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aaneennaaien |
naait (...) aaneen
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaneennaaien
- Jij naait aaneen.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaneennaaien
- Hij naait aaneen.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aaneennaaien
- Naait aaneen!
Gangbaarheid
- Het woord 'naait aaneen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.