Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • naai·den aan·een
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aaneennaaien

naaiden (...) aaneen

  1. meervoud verleden tijd van aaneennaaien
    • Wij naaiden aaneen. 
    • Jullie naaiden aaneen. 
    • Zij naaiden aaneen. 

Gangbaarheid