muten
- muten
- van het Engelse to mute
muten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
muten |
mutete |
gemutet |
zwak -t | volledig |
- (tijdelijk) geluid uitzetten van een apparaat (bijvoorbeeld van een televisie, computer, radio, tablet) om een andere bezigheid niet te storen
- Kun je even de computer muten tijdens het telefoongesprek!
- Het woord muten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.