must-see

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  must-see    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• must-see

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Engels

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	must-see
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de must-see m

1. iets dat men gezien zou moeten hebben

   ▸ Eva Jinek krijgt een pluim voor haar interview over de mondkapjesdeal en er staat een must-see-documentaire in Angela’s Etalage. Disclaimer: hij is loodzwaar en je blijft er door wakkerliggen.

Gangbaarheid

• Het woord must-see staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.