motorcrossen
- mo·tor·cros·sen
de motorcrossen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord motorcross
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
motorcrossen |
motorcroste |
gemotorcrost |
zwak -t | volledig |
- inergatief (sport) de sport motorcross beoefenen
- Het woord motorcrossen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.