Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mos·sel·hoer·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het mosselhoertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord mosselhoer
    • Wil je bij ambtenaren iets krijgen: imiteer een mosselhoertje: Grote mond, ik dien een klacht in, jij bent niet geschikt voor dit werk. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen