Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mor·gen·stra·len
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de morgenstralenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord morgenstraal
     Heer Bommel zelf, bevond zich plotseling in zijn slaapvertrek, waar een zomerzon de eerste morgenstralen door het venster wierp....[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Marten Toonder
    “Heer Bommel gaat het overdoen” (1 juni 1988) op nrc.nl