Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mol·ken uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitmelken

molken uit

  1. meervoud verleden tijd van uitmelken
    • Wij molken uit. 
    • Jullie molken uit. 
    • Zij molken uit. 


Gangbaarheid