molenkragen
- Geluid: molenkragen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmolə(n)ˌkraɣə(n) / (4 lettergrepen)
- mo·len·kra·gen
- molenkraag zn met de uitgang -en
de molenkragen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord molenkraag
- ▸ Zijn schutters zijn levendig afgebeeld boven hun witkanten molenkragen.[1]
- Het woord 'molenkragen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Gerda Telgenhof“Schuttersstukken hingen hoog tegen het plafond” (13 oktober 1998) op nrc.nl