miskocht
- mis·kocht
vervoeging van |
---|
miskopen |
miskocht
- enkelvoud verleden tijd van zich miskopen
- Ik miskocht me.
- Jij miskocht je.
- Hij, zij, het miskocht zich.
- Ik miskocht me.
vervoeging van: | miskopen… |
verbogen vorm: | miskochte |
miskocht
- voltooid deelwoord van zich miskopen
- Het woord miskocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.