Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • misj·po·cho·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de misjpochologiev / m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) joodse genealogie (vooral ironisch: het alles willen weten van iemands achtergrond)

Gangbaarheid

Verwijzingen