minuty

  1. genitief enkelvoud van minuta
  2. nominatief meervoud van minuta
  3. accusatief meervoud van minuta


  • IPA: /mʲinutɨ/

minuty

  1. genitief enkelvoud van minuta
  2. nominatief meervoud van minuta
  3. accusatief meervoud van minuta
  4. vocatief meervoud van minuta


  • IPA: /mɪnʊtɪ/
  • mi·nu·ty

minuty

  1. genitief enkelvoud van minuta
  2. nominatief meervoud van minuta
  3. accusatief meervoud van minuta
  4. vocatief meervoud van minuta

minuty

  1. onbezield mannelijk meervoud passief deelwoord van het perfectieve werkwoord minout
  2. vrouwelijk meervoud passief deelwoord van het perfectieve werkwoord minout