ministers van Volksgezondheid

  • mi·nis·ters van Volks·ge·zond·heid

de ministers van Volksgezondheidmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord minister van Volksgezondheid
    • De Europese ministers van Volksgezondheid hebben gisteren een akkoord bereikt over een verbod op tabaksreclame in Europa. [1]