meuren
- meu·ren
- In de betekenis van ‘slapen’ voor het eerst aangetroffen in 1978 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
meuren |
meurde |
gemeurd |
zwak -d | volledig |
meuren [2]
- inergatief (informeel) slapen
- inergatief (informeel) stinken
- de uitdrukking 'uit de bek meuren' wordt door Youp van 't Hek graag in de bek genomen
- Op de foto stonden 27 naar Axe meurende Kevins van het FvD. [3]
- Het woord meuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meuren" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
34 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "meuren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ www.parool.nl (25 mrt 2022)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be