merk op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- merk op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opmerken |
merk op
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmerken
- Ik merk op.
- gebiedende wijs van opmerken
- Merk op!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmerken
- Merk je op?
Gangbaarheid
- Het woord merk op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.