meega
- Geluid: meega (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmeɣa / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈmeχa/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈmeɣa/
- mee·ga
vervoeging van |
---|
meegaan |
meega
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meegaan
- ... dat ik meega.
- Het woord meega staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.